Hoge Raad 9 februari 2024 Hoge Raad 15 december 2023 Hoge Raad 17 november 2023 Gerechtshof Den Haag 7 november 2023 Rechtbank Den Haag 7 november 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:1992:ZC0804 Hoge Raad 18 december 1992

ECLI:NL:HR:1992:ZC0804

Datum: 18-12-1992

Onderwerp: Rechtshandeling

Rechtsgebiedenregister: Insolventierecht

Vindplaats: Extern

Faillissementspauliana. Onverplichte handeling. Wetenschap van benadeling.Crediteur heeft opeisbare vordering op debiteur. Debiteur geeft te kennen zijn schuld niet te kunnen betalen. Debiteur en crediteur komen overeen dat debiteur een aan hem toebehorende onroerende zaak zal overdragen aan crediteur onder verrekening van (een gedeelte van) de koopprijs met de openstaande vordering. Debiteur gaat failliet. Curator in het faillissement van debiteur vordert crediteur te veroordelen de onroerende zaak aan de failliete boedel van debiteur terug te geven. Het oordeel van het hof dat de transactie als een onverplicht verrichte handeling in de zin van art. 42 Fw moet worden aangemerkt is juist. De omstandigheid dat de crediteur, voor hij van debiteur te horen kreeg dat deze laatste niet in staat was de openstaande geldvordering te betalen, jegens deze geen aanspraak had op overdracht aan hem van de onroerende zaak, brengt mee dat het verrichten van de overdracht moet worden aangemerkt als onverplicht. Dat de overdracht ertoe strekte de openstaande vordering bij wege van inbetalinggeving te voldoen doet daaraan niet af. Het oordeel van het hof dat crediteur in de wetenschap verkeerde dat van de gewraakte transactie benadeling van de schuldeisers van debiteur het gevolg zou zijn, geeft geen blijk van een onjuiste opvatting van het begrip ‘wetenschap van benadeling’.

Ga naar uitspraak