Hoge Raad 5 april 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25 maart 2024 Hoge Raad 22 maart 2024 Rechtbank Den Haag 22 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2014:3076 Hoge Raad 31 oktober 2014

ECLI:NL:HR:2014:3076

Datum: 31-10-2014

Onderwerp: Onmiddelijksheidsbeginsel

Overige onderwerpen: Recht op mondelinge behandeling, Rechterswisselingen, Uitspraak en beschikking

Rechtsgebiedenregister: Huurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk procesrecht, Personen- en familierecht, Arbeidsrecht

Wetsartikelen: Art. 6 EVRM, Art. 362 Rv., Art. 130 Rv., Art. 134 Rv., Art. 20 Ow, Art. 37 Ow, Art. 279 lid 1 Rv.

Vindplaats: Avdr.nl

Procesrecht. Recht op mondelinge behandeling, art. 134 Rv en art. 6 EVRM. Belang dat uitspraak wordt gewezen door rechter(s) ten overstaan van wie de mondelinge behandeling plaatsvond. Procedure bij vervanging van rechter(s) na mondelinge behandeling: kennisgeving door gerecht; mogelijkheid nadere mondelinge behandeling te verzoeken; motiveringsplicht rechter bij afwijzing van dat verzoek; belang van opgemaakt proces-verbaal. HR komt in zoverre terug van HR 25 september 1941, NJ 1942/227, HR 5 april 1963, NJ 1963/338 en HR 9 november 1990, ECLI:NL:HR:1990:AC1103, NJ 1991/26. Overgangsmaatregel. Gevolgen voor onteigeningszaken (HR 11 maart 1964, NJ 1964/182).

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Toine de Bie

senior raadsheer Gerechtshof Amsterdam docent Universiteit van Amsterdam