ECLI:NL:HR:2014:3076
Datum: 31-10-2014
Onderwerp: Onmiddelijksheidsbeginsel
Overige onderwerpen: Recht op mondelinge behandeling, Rechterswisselingen, Uitspraak en beschikking
Rechtsgebiedenregister: Huurrecht, Verbintenissenrecht, Burgerlijk procesrecht, Personen- en familierecht, Arbeidsrecht
Wetsartikelen: Art. 6 EVRM, Art. 362 Rv., Art. 130 Rv., Art. 134 Rv., Art. 20 Ow, Art. 37 Ow, Art. 279 lid 1 Rv.
Vindplaats: Avdr.nl
Procesrecht. Recht op mondelinge behandeling, art. 134 Rv en art. 6 EVRM. Belang dat uitspraak wordt gewezen door rechter(s) ten overstaan van wie de mondelinge behandeling plaatsvond. Procedure bij vervanging van rechter(s) na mondelinge behandeling: kennisgeving door gerecht; mogelijkheid nadere mondelinge behandeling te verzoeken; motiveringsplicht rechter bij afwijzing van dat verzoek; belang van opgemaakt proces-verbaal. HR komt in zoverre terug van HR 25 september 1941, NJ 1942/227, HR 5 april 1963, NJ 1963/338 en HR 9 november 1990, ECLI:NL:HR:1990:AC1103, NJ 1991/26. Overgangsmaatregel. Gevolgen voor onteigeningszaken (HR 11 maart 1964, NJ 1964/182).