Rechtbank Den Haag 22 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 19 maart 2024 Rechtbank Midden-Nederland 13 maart 2024 Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 12 maart 2024 Hoge Raad 8 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBZWB:2023:394 Rechtbank Zeeland-West-Brabant 24 januari 2023

ECLI:NL:RBZWB:2023:394

Datum: 24-01-2023

Onderwerp: Netto besteedbaar gezinsinkomen

Rechtsgebiedenregister: Personen- en familierecht

Vindplaats: Avdr.nl


Bij de bepaling van een minderjarige is in beginsel het welvaartsniveau ten tijde van de (echt)scheiding bepalend. De minderjarige heeft slechts gedurende één maand in gezinsverband met beide ouders gewoond. Deze beperkte periode kan niet als bepalend worden beschouwd voor de vorming van de behoefte van de minderjarige. Niet kan worden gesproken van een zekere gewenning bij de minderjarige aan de welstand, gevormd door de som van de inkomsten van beide ouders, in de zeer korte periode dat de ouders na de geboorte van de minderjarige nog samen waren. Daarbij is van belang dat partijen na de beëindiging van de samenwoning geen kosten meer hebben gedeeld. De omstandigheid dat partijen aanvankelijk de intentie hadden om in gezinsverband voor de minderjarige te zorgen, is onvoldoende zwaarwegend om tot een ander oordeel te komen. Dit brengt mee dat de behoefte van de minderjarige dient te worden bepaald aan de hand van de methode voor minderjarigen die niet in gezinsverband met hun ouders hebben samengewoond.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Jan Bram de Groot

senior raadsheer Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden