ECLI:NL:RBOBR:2022:766
Datum: 04-03-2022
Onderwerp: Rb Oost - Brabant, 4 maart 2022, ECLI:NL:RBOBR:2022:766
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan mishandeling van zijn (ex-)vriendin, hij heeft haar van haar vrijheid beroofd en haar tot twee keer toe bedreigd. Tevens heeft verdachte spullen van zijn (ex)-vriendin vernield. Nadat het slachtoffer heeft aangegeven dat zij geen contact meer met hem wilde, heeft verdachte het slachtoffer belaagd en ondanks een gedragsaanwijzing toch nog contact met het slachtoffer gezocht.
De officier van justitie heeft onder meer een tbs met dwangverpleging geëist.
Verdachte heeft niet meegewerkt aan het persoonlijkheidsonderzoek. De rechtbank legt geen tbs met dwangverpleging op, nu de rechtbank niet heeft kunnen vaststellen dat sprake is van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
De rechtbank legt een gevangenisstraf op van 18 maanden met aftrek van het voorarrest. Tevens legt de rechtbank de gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op en een contact- en gebiedsverbod met betrekking tot het slachtoffer voor de duur van vijf jaren.