Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2023:707 Centrale Raad van Beroep 11 april 2023

ECLI:NL:CRVB:2023:707

Datum: 11-04-2023

Onderwerp: Ontwikkelingen evenredigheidsbeginsel

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Immateriële schadevergoeding. Vermogen voor bijstand. Geen discriminatie. Motiveringsgebrek. Persoonlijke omstandigheden. In deze zaak gaat het om een bijstandsgerechtigde die na een verkeersongeluk vanwege duurzaam letsel een immateriële schadevergoeding heeft ontvangen. Het college heeft een deel van die schadevergoeding wel en een ander deel niet als vermogen in aanmerking genomen. De immateriële schadevergoeding die appellant heeft ontvangen valt niet onder de Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ. Het college heeft niet gehandeld in strijd met het discriminatieverbod. Het college heeft onvoldoende de persoonlijke omstandigheden van appellant betrokken en gewogen bij de vraag of het ontvangen bedrag aan immateriële
schadevergoeding verantwoord is uit het oogpunt van bijstandverlening. Hoewel het college in het bestreden besluit wel heeft beoogd rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van appellant en heeft geconcludeerd dat een hoger bedrag vrijgelaten moet worden, is dit feitelijk niet gebeurd.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Erik Klein Egelink

senior rechter Rechtbank Gelderland