ECLI:NL:CRVB:2023:2390
Datum: 13-12-2023
Onderwerp: Voorwaarden
Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Weigering WW-uitkering toe te kennen op grond dat appellant geen werknemer was in de zin van WW en daarom niet verzekerd was voor de wet terecht. Terecht geconcludeerd dat er geen sprake was van een gezagsverhouding tussen appellant en zijn moeder. Ook in hoger beroep niet niet nader toegelicht welke afspraken met moeder zijn gemaakt over werktijden, overuren, ziekteverzuim, het afdragen van premies, reiskosten en vakantiedagen. Appellant heeft op geen enkele manier inzichtelijk gemaakt hoeveel uren hij heeft gewerkt of hoe hij door zijn moeder ter verantwoording werd geroepen met betrekking tot de wijze waarop hij de werkzaamheden uitoefende. Uit het enkele feit dat de Svb appellant voor het verrichten van zijn werkzaamheden heeft betaald uit het pgb van zijn moeder, kan niet worden afgeleid dat daarom sprake is geweest van een gezagsverhouding tussen appellant en zijn moeder. Geen sprake van schending van het non-discriminatiebeginsel.