Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2019:252 Centrale Raad van Beroep 24 januari 2019

ECLI:NL:CRVB:2019:252

Datum: 24-01-2019

Onderwerp: Verzekeringsplicht

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Extern

Vaste rechtspraak met betrekking tot familierelatie dienstbetrekking. Op grond van het vorenstaande wordt geoordeeld dat tussen appellante en haar moeder sprake was van een gezagsverhouding. Dit betekent dat appellante haar werk als zorgverlener voor haar moeder in een privaatrechtelijke dienstbetrekking heeft verricht en als werknemer in de zin van artikel 3, eerste lid, van de WW, diende te worden aangemerkt. De rechtbank heeft ten onrechte de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand gelaten. Uwv zal een nieuwe beslissing op bezwaar dienen te nemen met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen.

Ga naar uitspraak