Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2018:806 Centrale Raad van Beroep 26 maart 2018

ECLI:NL:CRVB:2018:806

Datum: 26-03-2018

Onderwerp: Inlichtingen - en meewerkplicht

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Het CIN-nummer als zodanig is geen gegeven dat van invloed kan zijn op het recht op AIO-aanvulling als bedoeld in artikel 17, eerste lid, van de PW. Het niet verstrekken van de CIN-nummers levert geen schending van de inlichtingenverplichting op. Het CIN-nummer speelt een rol bij de verificatie van de door appellanten verstrekte informatie over hun inkomen en vermogen in Marokko, of het ontbreken daarvan. De gevraagde medewerking van appellanten, om hun CIN-nummers te overleggen in verband met nader uit te voeren onderzoek bij instanties in Marokko, ligt dus in het verlengde van de op hen rustende inlichtingenverplichting over eventueel in Marokko aanwezig vermogen. Appellanten hebben, door het niet verstrekken van hun CIN-nummers, de op hen rustende medewerkingsverplichting als bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de PW geschonden. CIN-nummers zijn nodig voor het doen van onderzoek in Marokko. Er is geen sprake van strijd met artikel 30a Administratief Akkoord. Svb was bevoegd het recht op aio-aanvulling met toepassing van artikel 54, eerste lid, van de PW op te schorten en met toepassing van artikel 54, vierde lid, van de PW in te trekken. Het opvragen en in ontvangst nemen van het CIN-nummer levert geen schending van het recht op privéleven op. Aparte rechtsbescherming op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Erik Klein Egelink

senior rechter Rechtbank Gelderland