ECLI:NL:GHARL:2018:9348
Datum: 26-10-2018
Onderwerp: Objectieve zijde verkeersschuld
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Verkeersongeval met dodelijke afloop. Vrijspraak van de primair ten laste gelegde overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. De omstandigheid dat verdachte te snel reed en het slachtoffer niet tijdig heeft gezien, hoewel zij voor hem wel waarneembaar moet zijn geweest en verdachte daarop zijn rijgedrag had kunnen en moeten aanpassen, is onvoldoende om te spreken van ‘schuld’ in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Veroordeling voor de subsidiair ten laste gelegde overtreding van artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Verdachte heeft bij het naderen van de oversteekplaats voor fietsers de snelheid van zijn personenauto niet zodanig aangepast dat hij zijn voertuig tot stilstand heeft kunnen brengen binnen de afstand waarover de weg voor hem te overzien was.Verdachte wordt veroordeeld tot betaling van een geldboete van € 500,- en een ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 3 maanden.