ECLI:NL:HR:2020:1763
Datum: 10-11-2020
Onderwerp: Aanhoudingsverzoeken
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Zich ophouden op openbare weg om drugs te (ver)kopen, art. 2.7.2 APV Amsterdam. Aanhoudingsverzoek gemachtigde raadsman ttz. op de grond dat verdachte alsnog ttz. verklaring wil afleggen en straftoemetingsverweer wil voeren, nu hij bij oplegging van substantiële straf risico loopt dat IND kan besluiten om zijn verblijfsvergunning in te trekken, door hof afgewezen met overweging dat belang van voortvarende rechtspleging prevaleert boven belang van verdachte bij aanhouding van behandeling van zaak. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2019:1737, inhoudende dat aanhoudingsverzoek kan worden gedaan door verdachte, gemachtigde raadsman of niet gemachtigde raadsman (met het oog op effectuering aanwezigheidsrecht verdachte of t.b.v. alsnog verkrijgen machtiging), dat rechter verzoek reeds - zonder dat wordt overgegaan tot afweging tussen alle bij aanhouding van onderzoek ttz. betrokken belangen - kan afwijzen op de grond dat aan verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid niet aannemelijk is, dat rechter (als geval dat aan verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid niet aannemelijk is zich niet voordoet) belangenafweging dient te maken tussen aanwezigheidsrecht verdachte en belang bij doeltreffende en spoedige berechting en dat rechter i.g.v. afwijzing van verzoek in motivering van zijn beslissing blijk dient te geven van deze belangenafweging. ’s Hofs oordeel dat ‘belang van voortvarende rechtspleging prevaleert boven belang van verdachte bij aanhouding van behandeling van zaak’ is, gelet op wat door de raadsman m.b.t. voeren van straftoemetingsverweer door verdachte aan verzoek ten grondslag is gelegd, niet toereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing.