ECLI:NL:HR:2015:1239
Datum: 12-05-2015
Onderwerp: Pleidooi en laatste woord
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Onderbreking en beperking laatste woord art. 311.4 Sv. Het recht het laatst te spreken (art. 311, vierde lid, Sv) betekent dat de verdachte (of bij diens afwezigheid de raadsman) als laatste de gelegenheid krijgt nog aan te voeren wat dienstig kan zijn voor de beoordeling van de zaak. Daarbij mag de rechter evenwel in voorkomende gevallen wanneer hij zulks nodig oordeelt de verdachte of de raadsman erop wijzen dat ter vermijding van herhalingen bespreking van aspecten die reeds bij de behandeling van de zaak aan de orde zijn geweest, achterwege moet blijven. I.c. heeft de voorzitter van het Hof de verdachte tijdens zijn laatste woord onderbroken en hem meegedeeld dat hij hem “beperkt” in zijn laatste woord voor zover de verdachte daarbij wilde herhalen wat zijn raadsvrouwe in haar pleidooi reeds had aangevoerd en nadien, nadat de verdachte kennelijk geen verdere opmerkingen meer wenste te maken, het onderzoek gesloten. HR: geen rechtsregel geschonden. A-G: anders.