ECLI:NL:HR:2022:1486
Datum: 18-10-2022
Onderwerp: Zwaar lichamelijk letsel
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Caribische zaak. Zware mishandeling door in Curaçao een ander meermalen met gebalde vuisten tegen zijn gezicht en ribben te slaan, art. 2:275 SrC. Bewijsklacht zwaar lichamelijk letsel. Kunnen 2 ribfracturen en onderkaakfractuur worden aangemerkt als zwaar lichamelijk letsel? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2018:1051 m.b.t. algemene gezichtspunten voor beantwoording van vraag of van zwaar lichamelijk letsel sprake is. Hof heeft vastgesteld dat slachtoffer a.g.v. de door verdachte gegeven vuistslagen 2 ribfracturen en onderkaakfractuur heeft opgelopen, waarvoor invasief medisch ingrijpen niet noodzakelijk was omdat deze letsels door rust genezen. Verder heeft hof vastgesteld dat herstelperiode is ingeschat op 9 weken. ’s Hofs vaststelling dat met fysiek herstel van slachtoffer uiteindelijk periode van 6 maanden gemoeid bleek te zijn en dat slachtoffer “tot op heden” nog moeilijk zware dingen kan tillen, kan niet uit gebruikte bewijsmiddelen worden afgeleid. Daarom is, in aanmerking genomen dat nadere vaststellingen omtrent noodzaak en aard van (eventueel) medisch ingrijpen en uitzicht op (volledig) herstel t.a.v. de door hof vastgestelde fracturen ontbreken, ‘s hofs oordeel dat sprake is van zwaar lichamelijk letsel a.b.i. art. 1:200 SrC (mede gelet op wat hiervoor is vooropgesteld) niet toereikend gemotiveerd.
Volgt vernietiging en terugwijzing.