ECLI:NL:HR:2021:81
Datum: 19-01-2021
Onderwerp: Vrijwillige terugtred, art. 46b Sr
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Deelname aan criminele organisatie (art. 140.1 Sr), (medeplegen/medeplichtigheid) gekwalificeerde diefstal (art. 311.1 Sr), schuldheling (art. 417bis.1 Sr) en poging tot oplichting (art. 326.1 Sr).Verdachte en medeverdachten zijn in een bepaalde wijk in Den Haag lange tijd door politie in de gaten gehouden vanwege verdenking van plegen van woninginbraken. 1. Is sprake van stelselmatige observatie a.b.i. art. 126g Sv door ‘intensieve surveillance’ van criminele jeugdgroep op ‘hotspots’ in openbare ruimte gedurende ongeveer 1 jaar of volstaat algemene taakomschrijving politie a.b.i. art. 3 Politiewet 2012 en art. 141 Sv als grondslag? 2. Beroep op vrijwillige terugtred t.a.v. poging tot oplichting van verzekeringsmaatschappij m.b.t. schademelding aan auto, art. 46b Sr.
3. Omzetting vervangende hechtenis in gijzeling bij schadevergoedingsmaatregel, art. 36f Sr.
Ad 1. Klacht over ‘s hofs oordeel dat art. 3 Politiewet 2012 en art. 141 Sv toereikende grondslag bieden voor observaties leidt niet tot cassatie. De redenen daarvoor staan vermeld in ECLI:NL:HR:2021:80.
Ad 2. ’s Hofs oordeel dat het enkele niet insturen van schadeformulier niet als vrijwillige terugtred kan worden aangemerkt, getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk. Ad 3. HR bepaalt dat met toepassing van art. 6:4:20 Sv telkens gijzeling van gelijke duur kan worden toegepast.
Samenhang met 19/02584, 19/02643, 19/02645 en 19/02673.