Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:1258 Hoge Raad 21 september 2021

ECLI:NL:HR:2021:1258

Datum: 21-09-2021

Onderwerp: Poging

Overige onderwerpen: Voorbereiding: 26koper Key case:

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Grote wapenvondst in opslagboxen in Nieuwegein (26Koper). Medeplegen van voorbereiding van moord (art. 289 Sr). Mate van bepaaldheid van grondfeit bij voorbereiding, art. 46 Sr. Waren wapens ‘bestemd’ voor begaan grondmisdrijf moord, nu niet is komen vast te staan wie het doelwit (object) was? Opvatting dat voor bewezenverklaring van voorbereiding van moord a.b.i. art. 46 Sr vereist is dat uit bewijsvoering blijkt wie beoogd slachtoffer is van dat misdrijf, is te beperkt en daarom onjuist. Vereist is slechts dat met voldoende bepaaldheid blijkt op welk misdrijf de in art. 46 Sr omschreven voorbereidingshandelingen en voorbereidingsmiddelen waren gericht en dat opzet van verdachte op het begaan daarvan was gericht (vgl. HR:2002:AE4200 en HR:2014:179). Hof heeft in bewijsvoering gemotiveerd op grond waarvan naar zijn oordeel met voldoende bepaaldheid blijkt dat het misdadige doel dat verdachte met zijn voorbereidingshandelingen en voorbereidingsmiddelen voor ogen stond, als moord moet worden aangemerkt. Oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.’s Hofs oordeel dat sprake is van gerichtheid op voorbereiding van een of meer levensdelicten is toereikend gemotiveerd, gelet op bewijsvoering. HR neemt daarbij in aanmerking i) dat hof over aard wapenvoorraad die verdachte en zijn medeverdachten aanwezig hadden, niet onbegrijpelijk heeft opgemerkt dat het een samenstel van voorwerpen betrof dat naar algemene ervaringsregels in verband kan worden gebracht met uitvoering van levensdelicten, ii) dat door verdachte gevoerde financiële administratie o.m. betrekking had op aanschaf wapens en daarin o.m. betaling van € 100.000 werd vermeld aan begunstigde met naam “Hitter” en een betaling van € 40.000 aan “Junior Spotter”, en voorts iii) dat hof i.v.m. wetenschap verdachte van handelingen van medeverdachten heeft vastgesteld dat aan die administratie een “samenbindend element van gewicht” toekomt “waarin blijkens de inhoud ervan vele lijnen samen komen. Eén of meer activiteiten van elk van de betrokken verdachten kunnen hierop worden teruggebracht”. Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht