Medeplegen diefstal fiets bij zwembad, art. 311.1.4 Sr. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2014:3474, ECLI:NL:HR:2015:718, ECLI:NL:HR:2016:1316 en ECLI:NL:HR:2018:83 m.b.t. motiveringsplicht voor rechter indien medeplegen niet bestaat uit gezamenlijke uitvoering. Bewijsvoering Hof biedt onvoldoende grond voor diens oordeel dat verdachte zo nauw en bewust met een ander heeft samengewerkt dat, zoals is bewezenverklaard, hij zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal in vereniging. T.a.v. de rol van verdachte bij die diefstal kan uit de bewijsvoering naar de kern genomen niet meer worden afgeleid dan dat hij heeft gewacht op medeverdachte toen deze een fiets wegnam en dat hij vervolgens de scooter heeft bestuurd waarop medeverdachte achterop plaatsnam terwijl deze nog steeds de fiets op zijn schouder had. Het behoeft nadere motivering waarom zo’n gedraging, die doorgaans met medeplichtigheid in verband wordt gebracht, als het "medeplegen" van diefstal kan worden aangemerkt. Volgt vernietiging en terugwijzing.
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
- Hoge Raad 25 september 2018 (ECLI:NL:HR:2018:1767) Medeplegen/medeplichtigheid
- Hoge Raad 27 maart 2018 (ECLI:NL:HR:2018:432) Medeplegen/medeplichtigheid
- Hoge Raad 11 april 2017 (ECLI:NL:HR:2017:662) Medeplegen/medeplichtigheid
- Hoge Raad 8 maart 2016 (ECLI:NL:HR:2016:381) Medeplegen/medeplichtigheid
-
- Hoge Raad 24 april 2018 (ECLI:NL:HR:2018:662) Medeplegen/medeplichtigheid
- Hoge Raad 28 november 2017 (ECLI:NL:HR:2017:3022) Zwijgrecht en procesopstelling
- Hoge Raad 8 maart 2016 (ECLI:NL:HR:2016:382) Medeplegen/medeplichtigheid
Aanmelden | Hoge Raad 22 mei 2018
Kosten: gratis
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht