ECLI:NL:HR:2023:8
Datum: 24-01-2023
Onderwerp: Afwijzing verzoek, getuige onvindbaar
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Mishandeling (art. 300.1 Sr). Afwijzing getuigenverzoek vanwege onvindbaarheid getuige in eerste aanleg. Aannemelijk dat getuige niet binnen aanvaardbare termijn kan worden gehoord a.b.i. art. 288.1.a. Sv? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2022:466 m.b.t. toepassing van art. 288.1.a. Sv. Hof heeft voorwaardelijk getuigenverzoek afgewezen en heeft daaraan kennelijk ten grondslag gelegd dat het onaannemelijk is dat getuige binnen aanvaardbare termijn kan worden gehoord, omdat in e.a. is geprobeerd getuige te horen, maar dit niet is gelukt omdat hij onvindbaar is gebleken. Die afwijzende beslissing is niet z.m. begrijpelijk, omdat niet blijkt dat hof heeft onderzocht of getuige in hoger beroep, bijna viereneenhalf jaar na oproepen en dagvaarden van getuige om te worden gehoord door RC, wel binnen afzienbare termijn kan worden gehoord.
Volgt vernietiging en terugwijzing.