Voorbedachte raad. Het Hof heeft zijn oordeel dat de voorbedachte raad bewezen kan worden verklaard niet toereikend gemotiveerd, in het bijzonder in aanmerking genomen de nauwe samenhang tussen de handelingen die het Hof heeft aangemerkt als “van elkaar te onderscheiden handelingen”, en hetgeen het Hof heeft overwogen over het tijdsverloop dat gemoeid is geweest met dat door het Hof bedoelde “geheel van handelen”, waarbij de verdachte “tijd heeft gehad zich te beraden op het besluit om X van het leven te beroven”. Conclusie AG: anders.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Voorbedachte raad
- Hoge Raad 2 juli 2021 (ECLI:NL:HR:2021:963)
- Hoge Raad 5 juli 2016 (ECLI:NL:HR:2016:1520)
-
Rechtbank Limburg 24 februari 2022 | Voorbedachte raad
- Hoge Raad 4 juli 2017 (ECLI:NL:HR:2017:1233)
-
Materieel-rechtelijke verweren
- Hoge Raad 15 oktober 2013 (ECLI:NL:HR:2013:963)
-
Voorbedachte raad
- Parket bij de Hoge Raad 18 mei 2021 (ECLI:NL:PHR:2021:437)
- Hoge Raad 26 maart 2021 (ECLI:NL:HR:2021:437)
-
Opzet en voorbedachte raad
- Hoge Raad 5 november 2013 (ECLI:NL:HR:2013:1112)
-
Voorbedachte raad
- Hoge Raad 28 februari 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BR2342)