Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:765 Hoge Raad 25 mei 2021

ECLI:NL:HR:2021:765

Datum: 25-05-2021

Onderwerp: Ondervragingsrecht

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Gewelddadige overval op golfclub in Amsterdam. Diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging (art. 312.2.2 Sr). Afwijzing van ttz. in h.b. op laatste dag van inhoudelijke behandeling bij pleidooi gedaan voorwaardelijk getuigenverzoek (man die bij politie heeft verklaard dat medeverdachte tegen hem heeft gezegd hoe overval is verlopen), omdat noodzaak niet is gebleken. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2021:576 (post-Keskin) m.b.t. beoordeling verzoeken tot oproepen en horen van getuigen door feitenrechter, in situatie dat verzoek betrekking heeft op getuige t.a.v. wie verdediging het ondervragingsrecht nog niet heeft kunnen uitoefenen, terwijl getuige al - in het vooronderzoek of anderszins - een verklaring heeft afgelegd met belastende strekking. Oordeel hof is niet z.m. begrijpelijk in het licht van belastende betekenis die hof klaarblijkelijk aan voor het bewijs gebruikte verklaringen van getuige heeft toegekend en gelet op omstandigheid dat verdediging aan het verzoek ten grondslag heeft gelegd dat en waarom verdachte de waarde - en daarmee de juistheid - van die verklaringen in het licht van het verloop van de verhoren van de getuige betwist. Daarmee heeft verdediging naar voren gebracht welk belang zij heeft bij het oproepen en horen van deze getuige. HR neemt verder in aanmerking dat hof de bewezenverklaring heeft aangenomen o.g.v. o.m. de door verdachte betwiste verklaringen van getuige zonder dat verdediging een behoorlijke en effectieve mogelijkheid tot ondervraging van deze getuige heeft gehad, terwijl het hof onvoldoende blijk ervan heeft gegeven te hebben nagegaan of procedure in haar geheel voldoet aan het door art. 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces. Daarvoor volstaat niet dat hof de betrouwbaarheid van door getuige afgelegde verklaringen heeft onderzocht. V.zv. hof betekenis heeft gehecht aan moment waarop verdediging het verzoek heeft gedaan, is verder van belang dat hof daarbij niet het procesverloop en de vraag of daarin eerdere mogelijkheden openstonden voor verdediging om te komen tot een effectieve en behoorlijke ondervraging van de getuige, heeft betrokken. Volgt partiele vernietiging t.a.v. feit 3 en strafoplegging met uitzondering van opgelegde schadevergoedingsmaatregel t.b.v. A en terugwijzing. Samenhang met 19/03735.

Ga naar uitspraak