ECLI:NL:HR:2022:1252
Datum: 27-09-2022
Onderwerp: Procesafspraken
Overige onderwerpen: Procesafspraken
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl, LegalFlix
Cassatie in het belang van de wet. Procesafspraken in strafzaken. Is Rb in het licht van art. 6 EVRM op goede gronden gekomen tot oordeel dat i.h.k.v. procesafspraken de belangen van verdachte zijn geëerbiedigd en verzet WvSv zich tegen redelijkheidstoets door rechter van procesafspraken die vorm hebben van afdoeningsvoorstel? HR maakt algemene opmerkingen over procesafspraken en i.h.b. afdoeningsvoorstellen in het Nederlandse strafprocesrecht. Procesafspraken zijn o.b.v. wederkerigheid gemaakte afspraken tussen OM en verdediging over verloop strafprocedure en/of afdoening strafzaak. Hoewel wettelijke regeling ontbreekt, verzet strafvorderlijk stelsel zich niet tegen procesafspraken. Totstandkoming procesafspraken doet echter geen afbreuk aan zelfstandige positie rechter.
HR formuleert aandachtspunten die strafrechter bij beoordeling procesafspraken in acht moet nemen. HR gaat o.a. in op: verhouding wetgever-rechter; zelfstandige verantwoordelijkheid rechter en art. 348 en 350 Sv; rechtsbijstand voor verdachte; afstand van verdedigingsrechten a.b.i. art. 6 EVRM; positie OM en wijziging tenlastelegging; positie benadeelde partij; procesafspraken in hoger beroep; afstand van rechtsmiddelen.
Rb heeft ontoereikend gemotiveerd waarom, ondanks afwezigheid verdachte ttz., sprake is van rechtsgeldige afstand verdedigingsrechten.
Oordelen Rb over wijze waarop de strafzaak in het licht van het afdoeningsvoorstel kan en moet worden beoordeeld, zijn niet onjuist.
Volgt vernietiging in belang van de wet.