Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2014:3045 Hoge Raad 28 oktober 2014

ECLI:NL:HR:2014:3045

Datum: 28-10-2014

Onderwerp: Roekeloosheid

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Roekeloosheid, art. 6 jo. art. 175 WVW 1994. HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:2013:960. In het licht daarvan schiet de bewijsvoering van het Hof tekort. De door het Hof blijkens de nadere bewijsoverweging i.h.b. in aanmerking genomen omstandigheden zouden toereikend kunnen zijn voor het oordeel dat verdachte zoals eveneens is tenlastegelegd “zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend” heeft gereden onder een van de in art. 175.3 WVW 1994 tot strafverhoging leidende omstandigheden, maar zij zijn niet zonder meer toereikend voor ’s Hofs oordeel dat de verdachte “roekeloos” in de zin van art. 6 jo. art. 175.2 WVW heeft gereden.

Ga naar uitspraak