Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBROT:2019:2712 Rechtbank Rotterdam 22 februari 2019

ECLI:NL:RBROT:2019:2712

Datum: 22-02-2019

Onderwerp: Inloggen

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Beslissing in hoger beroep op eerdere, afwijzende, beschikking van de RC (ECLI:NL:RBROT:2018:10895). OvJ verzoekt om machtiging ex 126ng Sv om, wanneer toegang zal zijn verkregen tot een Telegram-account de verdachte, direct over de berichten te mogen beschikken die met die account zijn gewisseld.De betreffende gegevens bevinden zich feitelijk op servers van een provider (in dit geval Telegram). OvJ wil aldus deze gegevens kunnen onderzoeken. Voldaan is aan de voorwaarden van art. 126ng Sv. Nu de provider niet zal willen en kunnen voldoen aan de vordering van de officier van justitie en sprake is van end to end encryptie van het opgeslagen berichtenverkeer vraagt de OvJ deze machtiging om met toepassing van art. 177 Sv, nadat via de webversie van Telegram is ingelogd op de account van de verdachte, gebruik te maken van de gegevens. Oordeel raadkamer: Telegram heeft op voorhand laten weten de gevraagde gegevens niet te zullen en/of kunnen verstrekken. De plaats waar deze gegevens zich fysiek bevinden “in the cloud” is namelijk onbekend en de gegevens zijn door de end-to-end encryptie zonder gebruikmaking van de account van de eindgebruiker niet leesbaar te leveren. Rechtbank heeft verder gelet op de omstandigheid dat op grond van op handen zijnde wetgeving in een digitale omgeving met machtiging van de rechter-commissaris verderstrekkende opsporingsbevoegdheden mogelijk zullen worden. Op grond van het bovenstaande geeft de raadkamer de gevraagde toestemming. De machtiging zoals verzocht wordt gegeven, met dien verstande dat de machtiging uitsluitend betrekking heeft op de gegevens die op de dag van de aanvraag bij de rechter-commissaris beschikbaar waren.

Ga naar uitspraak