Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2012:BY1856 Centrale Raad van Beroep 30 oktober 2012

ECLI:NL:CRVB:2012:BY1856

Datum: 30-10-2012

Onderwerp: Zeer dringende redenen

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Extern


Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor de uitvaartkosten van de zus van appellante. Aangezien de zus kinderen had en appellante de nalatenschap van de zus uitdrukkelijk heeft verworpen, staat vast dat appellante geen erfgenaam is in de nalatenschap van de zus. Hieruit volgt dat de kosten van de begrafenis in beginsel niet kunnen worden gerekend tot de noodzakelijke bestaanskosten van appellante. Dat het voor appellante niet voorzienbaar was dat de kosten van de begrafenis niet zouden worden vergoed door de verzekering dan wel dat de nalatenschap daartoe niet toereikend was, maakt dat niet anders. Appellante kan aan artikel 16, eerste lid, van de WWB geen aanspraak op bijzondere bijstand ontlenen. Appellante behoort tot de personenkring van de WWB, zoals omschreven in artikel 11 van de WWB en er doet zich niet de situatie voor dat zij geen recht op bijstand heeft ingevolge de artikelen 13 tot en met 15 van de WWB. Derhalve kan zij niet worden aangemerkt als een persoon die geen recht op bijstand heeft als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de WWB, zodat die bepaling in haar situatie toepassing mist.

Ga naar uitspraak