Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:336 Hoge Raad 2 maart 2021

ECLI:NL:HR:2021:336

Datum: 02-03-2021

Onderwerp: Maar HR 2 maart 2021 (wordt soms gemist): ECLI:NL:HR:2021:336

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Bedreiging, meermalen gepleegd (art. 285.1 Sr) en belaging (art. 285b.1 Sr) door gedurende zijn detentie en verblijf in instelling vele brieven en kaarten te sturen naar aangeefster, waarin hij haar met dood bedreigt, en haar meerdere malen te bellen. Is TBS opgelegd t.z.v. misdrijven die gericht zijn tegen en gevaar veroorzaken voor onaantastbaarheid van lichaam van één of meer personen a.b.i. art. 38e.1 Sr en art. 359.7 Sv (geweldsmisdrijf)? HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2018:443, inhoudende dat rechter bij oplegging TBS moet motiveren of deze is opgelegd t.z.v. een geweldsmisdrijf. Dat is vooral van belang indien het misdrijf ter zake waarvan TBS is opgelegd niet z.m. kan worden gekarakteriseerd als zo’n geweldsmisdrijf, bijvoorbeeld in geval van bedreiging of belaging. In dergelijke gevallen zal rechter zich een oordeel dienen te vormen of, gelet op alle f&o, bewezenverklaarde feit een dergelijk ‘geweldsmisdrijf’ oplevert. Daarbij zal hij niet alleen kunnen betrekken of misdrijf (i.c. bedreiging en belaging) werd voorafgegaan, vergezeld of gevolgd door niet-verbaal agressief gedrag t.o.v. bedreigde dan wel op enigerlei (andere) wijze werd ondersteund, maar ook of aannemelijk is dat de bedreiging zou worden uitgevoerd (vgl. ECLI:NL:HR:2020:1316 m.b.t. PIJ-maatregel a.b.i. art. 77s Sr). ‘s Hofs oordeel dat TBS wordt opgelegd t.z.v. geweldsmisdrijf, getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is ook niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Job Knoester

advocaat Knoester Van der Hut & Alberts Advocaten