Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2021:2138 Centrale Raad van Beroep 25 augustus 2021

ECLI:NL:CRVB:2021:2138

Datum: 25-08-2021

Onderwerp: Eigenrisicodrager

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: LegalFlix


Op grond van de beschikbare gegevens wordt geoordeeld dat het onderdeel van [BV 3] waar werknemer werkzaam is geweest, te weten het onderdeel waar de interne logistieke werkzaamheden (FEN-activiteiten) voor – en op het bedrijfsterrein van – [BV 1] werden verricht, met ingang van 1 april 2015 in zijn geheel is overgenomen door [BV 2] Er zijn bij [BV 3] in het geheel geen activiteiten achter gebleven. Het betreft een volstrekt objectiveerbaar activiteitenpakket dat van [BV 3] is overgegaan naar [BV 2] De identiteit van de onderneming, zoals genoemd onder 4.3, is volledig in stand gebleven. Dit betekent dat is voldaan aan de criteria voor een overgang van activiteiten zoals die gelden bij de toepassing van artikel 7:662 van het BW en dat het Uwv ten onrechte het standpunt heeft ingenomen dat bij de in geding zijnde overgang sprake is geweest van de overgang van een deel van de onderneming als bedoeld in het vijfde lid van artikel 84 van de Wet WIA. De betrokken werknemers zijn gelet op artikel 7:663 van het BW van rechtswege in dienst getreden bij [BV 2]. Hieruit volgt dat het Uwv ten onrechte heeft vastgesteld dat appellante eigenrisicodrager voor de WGA-uitkering van werknemer is. Het beroep van het Uwv op het rechtszekerheidsbeginsel kan evenmin slagen. Het hoger beroep slaagt. De aangevallen uitspraak moet worden vernietigd. Er bestaat aanleiding het Uwv te veroordelen in de kosten van appellante voor verleende rechtsbijstand.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Anouk Cordang

advocaat Boels Zanders advocaten