Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:623 Hoge Raad 20 april 2021

ECLI:NL:HR:2021:623

Datum: 20-04-2021

Onderwerp: Strikte waarborgen in de zin van artikel 8 lid 2, 3 en 5 Wegenverkeerswet 1994 (rijden onder invloed)

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Rijden onder invloed van amfetamine, art. 8.5 WVW 1994. Onderzoek a.b.i. art. 8.5 WVW 1994 niet uitgevoerd binnen vereiste anderhalf uur maar na 1 uur en 47 minuten. Behoort art. 12.3 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer tot stelsel van strikte waarborgen? Van ‘een onderzoek’ a.b.i. art. 8.5 WVW 1994 is slechts sprake indien waarborgen zijn nageleefd waarmee wetgever dat onderzoek met het oog op betrouwbaarheid van resultaten daarvan heeft omringd (vgl. HR:2020:1684). Aan de in art. 12.3 Besluit opgenomen termijnstelling (anderhalf uur) ligt blijkens toelichting daarop in de kern ten grondslag dat door tijdsverloop de concentratie van de in art. 2 Besluit aangewezen stoffen in het bloed vermindert, waardoor langer durend tijdsverloop ertoe kan leiden dat de in het afgenomen bloed gemeten concentratie onder toegestane grenswaarde komt. Daarmee wordt “risico steeds groter (...) dat bestuurder t.a.v. wie o.b.v. speekselonderzoek of onderzoek van psychomotorische functies en oog- en spraakfuncties een verdenking van drugsgebruik is gerezen, n.a.v. bloedonderzoek vrijuit gaat”. Dat betekent echter niet dat onderzoek waarbij eerst na verstrijken van tijdsbestek van anderhalf uur bloed is afgenomen, geen betrouwbaar resultaat geeft van (voor bewezenverklaring beslissende) op dat moment in afgenomen bloed aanwezige concentratie van die stoffen. Daaruit volgt dat voorschrift niet rechtstreeks in verband staat met juistheid en betrouwbaarheid van resultaten van verricht onderzoek. ‘s Hofs oordeel dat, ook al is verrichte bloedafname niet binnen het in art. 12.3 Besluit genoemde tijdsbestek verricht, sprake is geweest van ‘een onderzoek’ a.b.i. art. 8.5 WVW 1994, is gelet op het voorgaande juist. Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Willemijn Albers

senior juridisch medewerker Gerechtshof Amsterdam