Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2019:92 Hoge Raad 22 januari 2019

ECLI:NL:HR:2019:92

Datum: 22-01-2019

Onderwerp: Strikte waarborgen in de zin van artikel 8 lid 2, 3 en 5 Wegenverkeerswet 1994 (rijden onder invloed)

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


OM-cassatie. Vrijspraak rijden onder invloed (art. 8.3.a WVW 1994) i.v.m. verzuim verdachte te wijzen op recht op tegenonderzoek ex art. 11.2 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer. Behoort bedoeld voorschrift inzake mededeling recht op tegenonderzoek tot de strikte waarborgen waarmee (adem)onderzoek ex art. 8.2 en 8.3 WVW 1994 is omringd, zodat niet-naleving moet leiden tot vrijspraak omdat geen sprake is geweest van een "onderzoek", of moet die niet-naleving worden beoordeeld als (onherstelbaar) vormverzuim ex art. 359a Sv? Art. 11.2 Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer houdt in dat in geval van ademonderzoek de opsporingsambtenaar het resultaat van het ademonderzoek direct aan verdachte mededeelt en hem, indien het ademonderzoek het vermoeden bevestigt dat het alcoholgehalte in zijn adem hoger is dan o.g.v. de toepasselijke wet is toegestaan, erop wijst dat hij recht op tegenonderzoek heeft. ’s Hofs oordeel dat de verplichting tot mededeling van dat recht op tegenonderzoek moet worden gerekend tot de strikte waarborgen waarmee het onderzoek a.b.i. art. 8.2 en 8.3 WVW 1994 is omringd, is juist. Anders dan middel betoogt, is art. 359a Sv hier niet van toepassing. Volgt verwerping.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Willemijn Albers

senior juridisch medewerker Gerechtshof Amsterdam