Rechtbank Rotterdam 1 maart 2024 Centrale Raad van Beroep 10 januari 2024 Arrest van het Hof (Grote kamer) van 21 december 2023. Centrale Raad van Beroep 13 december 2023 Hoge Raad 1 december 2023 Bekijk alles
ECLI:NL:CRVB:2021:734 Centrale Raad van Beroep 23 maart 2021

ECLI:NL:CRVB:2021:734

Datum: 23-03-2021

Onderwerp: Middelen

Rechtsgebiedenregister: Sociaal-zekerheidsrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Lening over de periode dat geen bijstand werd ontvangen ten onrechte aangemerkt als inkomen. Aannemelijk gemaakt dat de lening voor levensonderhoud was bedoeld. Een betrokkene heeft in beginsel geen recht op bijstand indien en voor zover hij of zij zich periodieke middelen tot levensonderhoud verschaft door leningen aan te gaan. Dit kan anders zijn indien die betrokkene in een periode waarin geen of ontoereikende inkomsten aanwezig zijn voor de voorziening in het levensonderhoud is aangewezen op het aangaan van leningen. Daartoe dient de betrokkene in ieder geval aannemelijk te maken dat hij geen ander toereikend inkomen heeft en dat het gaat om leningen die zijn verstrekt voor levensonderhoud. De rechtbank en het dagelijks bestuur zijn er ten onrechte van uitgegaan dat alleen door een vermelding ‘lening voor levensonderhoud’ op de bijschrijving aannemelijk kan worden gemaakt dat de lening is bedoeld voor levensonderhoud. Dat het geleende geld is bedoeld voor levensonderhoud kan ook op andere wijze aannemelijk worden. In dit geval blijkt uit de gedingstukken dat appellante van meet af aan en consistent heeft verklaard dat de lening was bedoeld voor levensonderhoud. Die stelling wordt ondersteund door de overgelegde bankafschriften waaruit blijkt dat appellante kort na de ontvangst van het geleende bedrag kosten van levensonderhoud heeft betaald.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Erik Klein Egelink

senior rechter Rechtbank Gelderland