Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2021:1750 Hoge Raad 30 november 2021

ECLI:NL:HR:2021:1750

Datum: 30-11-2021

Onderwerp: Shockschade en affectieschade

Overige onderwerpen: Affectieschade, Benadeelde partij, Benadeelde partij, Schokschade, Smartengeld, Vordering bp, affectieschade

Rechtsgebiedenregister: Verzekeringsrecht, Letselschaderecht, Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Vordering b.p. Affectieschade, art. 6:107.1.b BW. Ernstig en blijvend letsel. Poging tot doodslag (art. 287 Sr) op A die daardoor hersentrauma oploopt, waarna zijn levensgezel B als b.p. affectieschade vordert.
Onder affectieschade wordt verstaan schade i.v.m. verdriet om overlijden of door ernstig en blijvend letsel gekwetst raken van een naaste (vgl. HR:2019:793). Of een naaste aanspraak kan maken op vergoeding van affectieschade wegens ‘ernstig en blijvend letsel’ van de gekwetste hangt in belangrijke mate af van de mate van blijvende functiestoornis bij de gekwetste, waarbij (volgens de wetsgeschiedenis) ‘een zeer bijzondere ernst van letsel’ is vereist. De wetgever heeft als indicatie genoemd dat bij lichamelijk letsel bij een (aan de hand van AMA-guides vastgestelde) blijvende functiestoornis van 70% of meer in ieder geval sprake is van ‘ernstig en blijvend letsel’. I.h.b. in die gevallen waarin niet kan worden vastgesteld dat sprake is van een dergelijke hoge en blijvende functiestoornis, kan rechter ook anderszins de invloed van het letsel op het leven van de gekwetste en de naaste betrekken bij zijn beoordeling of een naaste aanspraak kan maken op een vergoeding a.b.i. art. 6:107 BW.
Hof heeft geen vaststellingen gedaan over de mate van blijvende functiestoornis bij A noch over de invloed van het letsel van A op het leven van B. Oordeel hof dat niettemin sprake is van ernstig en blijvend letsel is niet z.m. begrijpelijk, mede in aanmerking genomen dat hof geen nadere vaststellingen heeft gedaan over de (al dan niet blijvende) aard en ernst van de geconstateerde geheugenproblemen, concentratieproblemen, vermoeidheid en prikkelbaarheid bij A. Ook oplegging van in art. 36f Sr voorziene schadevergoedingsmaatregel kan niet in stand blijven (vgl. HR:2019:901).
Volgt (partiële) vernietiging en terugwijzing t.a.v. beslissing m.b.t. vordering b.p. en oplegging schadevergoedingsmaatregel.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht

mr. Ad Machielse

oud advocaat generaal Hoge Raad emeritus hoogleraar Radboud Universiteit Nijmegen