Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2018:1960 Hoge Raad 16 oktober 2018

ECLI:NL:HR:2018:1960

Datum: 16-10-2018

Onderwerp: Aanwezigheid geheimhoudersstukken

Overige onderwerpen: Aanwezigheid geheimhoudersstukken

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Beklag, beslag ex art. 94 Sv op administratie en gegevensdragers onder verschillende vennootschappen, waarvan advocaat bij klaagster (advocatenkantoor) civiele huisadvocaat is, terwijl gegevensdragers zijn teruggegeven nadat daarvan kopieën zijn gemaakt. Beroep op verschoningsrecht door advocatenkantoor, art. 98 en 125i Sv. Hadden inbeslaggenomen stukken en vastgelegde gegevens, waaronder geheimhoudersstukken, met toepassing van art. 98 Sv ter beslissing aan RC moeten worden voorgelegd? Ex art. 94.1 Sv zijn o.m. alle voorwerpen die kunnen dienen om de waarheid aan de dag te brengen, vatbaar voor inbeslagneming. Voorts kunnen o.g.v. art. 125i Sv bij een doorzoeking aangetroffen gegevens die op een gegevensdrager zijn opgeslagen, in het belang van het onderzoek worden vastgelegd. In art. 98.1 Sv is evenwel bepaald dat bij personen met bevoegdheid tot verschoning a.b.i. art. 218 Sv brieven of andere geschriften tot welke hun plicht tot geheimhouding zich uitstrekt, tenzij met hun toestemming, niet kunnen worden inbeslaggenomen. RC is bevoegd ter zake te beslissen. Ook bij de vastlegging van gegevens ex art. 125i Sv geldt dat het verschoningsrecht op gelijke wijze moet worden gerespecteerd. Daarbij doet niet ter zake of desbetreffende stukken en/of gegevens zich bij verschoningsgerechtigde zelf of bij diens cliënt bevinden. O.g.v. art. 98.1 Sv is het eerst aan RC om te beslissen over beroep op verschoningsrecht dat is gedaan t.a.v. stukken dan wel gegevens die zijn opgeslagen op gegevensdragers. Ex art. 98.4 Sv kan verschoningsgerechtigde tegen beschikking RC ex art. 552a Sv een klaagschrift indienen bij Rb. Nu Rb heeft vastgesteld dat klaagster m.b.t. inbeslaggenomen stukken en vastgelegde gegevens zich op haar verschoningsrecht heeft beroepen en dat RC daaromtrent (nog) niet heeft beslist, had Rb de behandeling van het klaagschrift dienen aan te houden en de zaak in handen van RC moeten stellen teneinde een beschikking te geven a.b.i. art. 98.1 Sv. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2015:3714 met het oog op door RC t.b.v. zijn beslissing te verrichten onderzoek. Volgt vernietiging en terugwijzing. HR stelt stukken in handen van RC.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)