Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:GHDHA:2018:3529 Gerechtshof Den Haag 19 december 2018

ECLI:NL:GHDHA:2018:3529

Datum: 19-12-2018

Onderwerp: Doorzoeking

Overige onderwerpen: Andere plaats

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Door middel van phishingmails in de opmaak van Ziggo heeft de verdachte slachtoffers bewogen in te loggen op een nagemaakte Ziggo website. Daarna kopieerde hij hun inloggegevens en plaatste hij bestellingen op hun naam. Nadien is verdachte overgestapt op andere werkwijze waarbij gebruik werd gemaakt van een nep-Ziggo factuur, die melding maakte van een betalingsachterstand. Ook hierbij werden slachtoffers bewogen diverse inloggegevens te verstrekken. Dankzij de aldus verkregen inloggegevens kon de verdachte daarna via hun PayPal accounts betalingen verrichten. Het hof heeft de verdachte is veroordeeld wegens (poging tot) oplichting, diefstal, computervredebreuk, het voorhanden hebben van kwaadaardige software en het verwerven en voorhanden hebben van computerwachtwoorden om daarmee computervredebreuk te plegen. Een door de verdediging gevoerd zogenaamd “hack-verweer”, erop neerkomend dat “iemand anders” dan de verdachte zich de toegang had verschaft tot een laptop van de verdachte en diens IP-adressen, heeft het hof verworpen. In dat verband heeft het hof een aantal meer algemene beschouwingen gewijd aan dergelijke verweren alvorens het hackverweer in de onderhavige zaak te beoordelen. Tot slot heeft het hof een door de rechter-commissaris gegeven machtiging beoordeeld. Deze had aan de officier van justitie en de opsporingsambtenaren toestemming gegeven een image te maken van de bij de doorzoeking van de woning van de verdachte in beslag genomen gegevensdragers en tot het op het politiebureau en op een later moment mede vanuit die gegevens doen van een netwerkzoeking. Het hof heeft geoordeeld dat, anders dan door de advocaat-generaal bepleit, de huidige wet geen ruimte laat voor het verrichten van een netwerkzoeking ex art. 125j Sv op een andere plaats (en op een later tijdstip) dan de plaats van de doorzoeking. Het hof verbindt in dit geval echter geen gevolgen aan de constatering van dit verzuim.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)