Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2018:2294 Hoge Raad 11 december 2018

ECLI:NL:HR:2018:2294

Datum: 11-12-2018

Onderwerp: Aanhoudingsverzoeken

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Mishandeling, meermalen gepleegd (art. 300.1 Sr), bedreiging, meermalen gepleegd (art. 285.1 Sr), en belediging ambtenaar t.z.v. rechtmatige uitoefening van zijn bediening, meermalen gepleegd (art. 267.2 jo. 266.1 Sr). Aanhoudingsverzoek gemachtigde raadsvrouwe ttz. op de grond dat zij ervan uitging dat verdachte ttz. aanwezig wilde zijn en dat zij zich kon voorstellen dat verdachte zich niet goed genoeg voelde om naar tz. te gaan door Hof afgewezen o.g.v. overweging dat verdachte blijkens afstandsverklaring afstand heeft gedaan van aanwezigheidsrecht. Hof heeft vastgesteld dat schriftelijke verklaring is binnengekomen waarin verdachte afstand doet van zijn recht die dag ttz. te verschijnen. In ‘s Hofs overwegingen ligt voorts besloten dat naar zijn oordeel de door raadsvrouwe geopperde mogelijkheid dat verdachte afstandsverklaring had getekend omdat hij zich niet goed genoeg voelde om tz. bij te wonen, niet aannemelijk is. Gelet daarop getuigt ‘s Hofs oordeel dat verdachte ondubbelzinnig afstand heeft gedaan van zijn aanwezigheidsrecht en het belang van het onderzoek niet de aanhouding van de behandeling van de zaak vordert, niet van een onjuiste rechtsopvatting. Het is ook niet onbegrijpelijk. Volgt verwerping

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Tosca Urbanus

advocaat Jebbink Soeteman Advocaten