Eendaadse samenloop van poging tot verleiding tot ontuchtige handelingen van 15-jarige leerling door leraar op middelbare school, art. 248a Sr en poging tot grooming, art. 248e Sr. 1. Is bewezenverklaring van poging tot verleiding toereikend gemotiveerd? 2. Is poging tot grooming strafbaar?
Ad 1. Hof heeft o.m. vastgesteld dat verdachte, een leraar op een middelbare school, meermalen SMS-berichten aan leerling (A) heeft gestuurd die gaan over het hebben van seks met A, dat hij nagellak, een ketting en oorbellen aan haar cadeau heeft gegeven, dat hij meermalen heeft aangedrongen op het maken van een seksafspraak, waaronder op korte termijn in Limburg, en dat verdachte heeft aangegeven het, mede op de ondersteuning van A gerichte, contact te zullen verbreken als zij niet zou ingaan op de voorgestelde seksafspraken. ’s Hofs daarop gebaseerde oordeel dat verdachtes gedragingen strafbare poging opleveren omdat deze naar de uiterlijke verschijningsvorm zijn gericht op de voltooiing van het bewegen ontuchtige handelingen te plegen of te dulden en dat deze dus moeten worden aangemerkt als een begin van uitvoering van het misdrijf van art. 248a Sr, geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is toereikend gemotiveerd.
Ad 2. Art. 248e Sr is in WvSr opgenomen ter uitvoering van art. 23 Verdrag van Lanzarote. Nederland heeft geen gebruik gemaakt van mogelijkheid om zich het recht voor te behouden om poging tot het plegen van in art. 23 omschreven gedragingen niet strafbaar te stellen. In art. 248e Sr is ook niet bepaald dat poging tot dit misdrijf niet strafbaar is, terwijl wetsgeschiedenis evenmin blijk geeft van opvatting dat poging tot misdrijf van art. 248e Sr niet strafbaar zou zijn. ’s Hofs oordeel dat poging tot art. 248e Sr strafbaar is, is derhalve juist.
Volgt verwerping.
Spreker(s)
Uitspraken met hetzelfde onderwerp:
-
Poging
- Parket bij de Hoge Raad 13 oktober 2020 (ECLI:NL:PHR:2020:946)
-
De aanmerkelijke kans
- Hoge Raad 19 november 2019 (ECLI:NL:HR:2019:1796)
-
Artikel 45 en 46a Sr
- Hoge Raad 5 april 2016 (ECLI:NL:HR:2016:575)
- Hoge Raad 31 augustus 2004 (ECLI:NL:HR:2004:AP1187)
-
Strafbare voorbereiding
- Hoge Raad 15 februari 2011 (ECLI:NL:HR:2011:BO9971)
-
Poging: relevante rechtspraak
- Hoge Raad 3 maart 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BG9152)
-
Poging en voorbereiding
- Hoge Raad 2 juni 2020 (ECLI:NL:HR:2020:975)
- Hoge Raad 30 juni 2015 (ECLI:NL:HR:2015:1769)
-
Ondeugdelijke poging
- Hoge Raad 6 december 2016 (ECLI:NL:HR:2016:2761)
-
Vrijwillige terugtred
- Hoge Raad 17 januari 2012 (ECLI:NL:HR:2012:BT6466)
- Hoge Raad 13 maart 2007 (ECLI:NL:HR:2007:AZ6709)
-
Poging
- Hoge Raad 17 november 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BJ3566)
- Gerechtshof 's-Hertogenbosch 30 november 2007 (ECLI:NL:GHSHE:2007:BB9423)
- Hoge Raad 27 november 2001 (ECLI:NL:HR:2001:AD4484)
- Hoge Raad 8 december 1992 Videodozen (ECLI:NL:HR:1992:ZC8475)
- Hoge Raad 8 december 1992 Videodozen (ECLI:NL:HR:1992:ZC8475)
- Parket bij de Hoge Raad 8 september 1987 Grenswisselkantoor (ECLI:NL:PHR:1987:AC0501)
- Parket bij de Hoge Raad 24 oktober 1978 Uitzendbureau Cito (ECLI:NL:PHR:1978:AC6373)