Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2019:1742 Hoge Raad 12 november 2019

ECLI:NL:HR:2019:1742

Datum: 12-11-2019

Onderwerp: Blunders

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

OM-cassatie. Vrijspraak verdachte t.z.v. medeplegen uitgeven en in voorraad hebben van valse bankbiljetten, art. 209 Sr. Vormverzuim en bewijsuitsluiting, art. 359a Sv. Is ’s Hofs oordeel dat bewijsuitsluiting rechtsgevolg moet zijn van onherstelbaar vormverzuim i.v.m. niet tijdig en naar behoren informeren van verdachte over inzet van informant, toereikend gemotiveerd? HR: Op gronden die zijn vermeld in ECLI:NL:HR:2016:2777, ECLI:NL:HR:2016:2778 en ECLI:NL:HR:2016:2779 is middel terecht voorgesteld: ’s Hofs oordeel is niet naar behoren met redenen omkleed, in aanmerking genomen dat Hof niet heeft duidelijk gemaakt waarom het - reeds vóór inhoudelijke behandeling van strafzaak - herstelde verzuim heeft tekortgedaan aan recht van verdachte op eerlijke behandeling van zijn zaak. ’s Hofs oordeel dat zich hier geval voordoet dat bewijsmateriaal door verzuim is verkregen, is eveneens ontoereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en verwijzing. Samenhang met 16/01206. Vervolg op ECLI:NL:HR:2012:BU6784.

Ga naar uitspraak