Rechtbank Noord-Holland 28 augustus 2024 Raad van State 5 juli 2024 Raad van State 26 juni 2024 Rechtbank Den Haag 20 juni 2024 Parket bij de Hoge Raad 11 juni 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2018:1957 Hoge Raad 16 oktober 2018

ECLI:NL:HR:2018:1957

Datum: 16-10-2018

Onderwerp: Aanhoudingsverzoeken / aanwezigheidsrecht

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl

Art. 416.2 Sv bij verstek na veroordeling t.z.v. medeplegen diefstal (d.m.v. inklimming), art. 311.1.4 en 311.5 Sr. Niet beslist op voorafgaand aan tz. per e-mail gedaan aanhoudingsverzoek van verdachte op de grond dat hij wegens ziekte (voedselvergiftiging) niet in staat is om ttz. te verschijnen. HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2018:1934, inhoudende dat overeenkomstig art. 329 en 330 Sv op aanhoudingsverzoek wordt beslist nadat OM daaromtrent is gehoord, dat uiteindelijke beslissing op aanhoudingsverzoek ttz. dient te worden genomen en in p-v van die tz. dient te worden vastgelegd, dat rechter bevoegd is om aanhoudingsverzoek af te wijzen op de grond dat aan verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid niet aannemelijk is, dat rechter (als geval dat omstandigheid niet aannemelijk is zich niet voordoet) belangenafweging dient te maken bij het nemen van beslissing op aanhoudingsverzoek, dat rechter specifiek toetsingskader dient te hanteren i.g.v. aanhoudingsverzoek wegens ziekte van verdachte en dat rechter belangenafweging dient te maken in concrete omstandigheden van het geval en i.g.v. afwijzing van verzoek daarop gebaseerde beslissing dient te motiveren, terwijl die motivering in cassatie slechts op haar begrijpelijkheid kan worden getoetst. P-v tz. in h.b. noch bestreden uitspraak houdt uitdrukkelijke en gemotiveerde beslissing in op door verdachte gedaan verzoek tot aanhouding. Enkele overweging dat "het hof, indien het binnen één week de beschikking krijgt over een doktersverklaring, het onderzoek zal heropenen", kan niet gelden als een zodanige beslissing. Daaruit blijkt immers niet dat naar 's Hofs oordeel de aan het verzoek ten grondslag gelegde omstandigheid niet aannemelijk is, terwijl Hof evenmin heeft voldaan aan hetgeen is vooropgesteld m.b.t. te maken belangenafweging en toetsingskader i.g.v. aanhoudingsverzoek wegens ziekte. Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Tosca Urbanus

advocaat Jebbink Soeteman Advocaten