ECLI:NL:HR:2008:BC7914
Datum: 24-06-2008
Onderwerp: Objectieve zijde verkeersschuld
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Schuld ex art. 6 WVW 1994. HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit HR LJN AO5822. Het Hof heeft o.m. vastgesteld dat verdachte in de schemering als bestuurder van een personenauto over een weg heeft gereden met een snelheid die 11 à 19 km/u hoger was dan de toegestane max. snelheid van 80 km/u, dat hij niet heeft afgeremd toen hij de oversteekplaats voor fietsers naderde, dat hij de fietsers heeft opgemerkt toen ze midden op de weg fietsten en dat hij in staat zou zijn geweest het ongeval te voorkomen als hij zich aan de maximale snelheid had gehouden. Gelet hierop geeft ‘s Hofs oordeel dat verdachte zodanig onvoorzichtig en opoplettend heeft gereden dat sprake is van schuld i.d.z.v. art. 6 WVW 1994 geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting, terwijl het evenmin onbegrijpelijk is.