Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2023:390 Hoge Raad 28 maart 2023

ECLI:NL:HR:2023:390

Datum: 28-03-2023

Onderwerp: Grote hoeveelheid hennep aangetroffen in een pand

Overige onderwerpen: Ondervragingsrecht/Post -Keskin, Post - Keskin

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Opzettelijk aanwezig hebben van grote hoeveelheid hennep, art. 3.C jo. 11.5 Opiumwet. Post-Keskin. Afwijzing van ttz gedaan verzoek tot horen getuige op de grond dat het horen van getuige voor bewijsvoering geen toegevoegde waarde zal hebben, nu hof geen reden heeft om aan juistheid van eerder door getuige afgelegde verklaring te twijfelen en verklaring wordt bevestigd door “meerdere feitelijkheden”. Afwijzing verenigbaar met recht op eerlijk proces a.b.i. art. 6 EVRM? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2021:576 (post-Keskin) m.b.t. beoordeling van verzoeken tot oproepen en horen van getuigen door feitenrechter in situatie dat verzoek betrekking heeft op getuige t.a.v. wie verdediging het ondervragingsrecht nog niet heeft kunnen uitoefenen, terwijl deze getuige al (in vooronderzoek of anderszins) verklaring heeft afgelegd met belastende strekking, en beoordeling of horen van getuige voor bewijsvoering van geen enkel belang zal zijn of geen toegevoegde waarde zal hebben. Afwijzing van verzoek is niet zonder meer begrijpelijk. Aan verzoek is immers ten grondslag gelegd dat verdachte de verklaring van getuige betwist, waarbij verdachte onder meer heeft aangevoerd dat hij niet pand waarin hennepplantage is aangetroffen heeft gehuurd, maar ander pand en dat niet duidelijk is dat getuige in zijn verklaring over huurder van pand doelt op verdachte. Door hof bedoelde “andere feitelijkheden” die verklaring van getuige ondersteunen zijn niet toereikend voor ‘s hofs kennelijke oordeel dat feiten en omstandigheden waarover getuige heeft verklaard (in het bijzonder dat verdachte pand heeft gehuurd) al buiten redelijke twijfel zijn komen vast te staan, mede in aanmerking genomen dat voor bewijs gebruikte verklaring van verdachte inhoudt dat hij ander pand heeft gehuurd en dat hof heeft vastgesteld dat op de (in andere voor bewijs gebruikte verklaring van verdachte bedoelde) huurovereenkomst is vermeld dat deze betrekking heeft op dat andere pand.
Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht