ECLI:NL:HR:2023:33
Datum: 31-01-2023
Onderwerp: Benadeelde partij
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Belaging ex-partner en haar nieuwe vriend (art. 285b.1 Sr). Vordering benadeelde partijen. Heeft hof, mede gelet op hetgeen namens verdachte ttz. in hoger beroep is aangevoerd, beslissing om aan b.p.’s vergoeding van immateriële schade toe te kennen toereikend gemotiveerd?
Hof heeft vorderingen tot vergoeding van immateriële schade van b.p.’s toegewezen tot bedrag van telkens € 500, vermeerderd met wettelijke rente. Mede in aanmerking genomen dat deze vorderingen namens verdachte gemotiveerd zijn betwist, is dat oordeel ontoereikend gemotiveerd. Daarbij is van belang dat uit overwegingen hof niet kan worden afgeleid op welke in art. 6:106 BW vermelde grond en op welke door hof vastgestelde omstandigheden het de toewijzing van vorderingen b.p.’s heeft gebaseerd. Nu middel terecht is voorgesteld kan ook oplegging van in art. 36f Sr voorziene maatregel niet in stand kan blijven (vgl. HR:2019:901).
Volgt (partiële) vernietiging t.a.v. vorderingen b.p.’s en oplegging schadevergoedingsmaatregelen en terugwijzing. CAG (strekking): vernietiging t.a.v. strafoplegging en vorderingen b.p.’s en terugwijzing.