Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2020:1563 Hoge Raad 6 oktober 2020

ECLI:NL:HR:2020:1563

Datum: 06-10-2020

Onderwerp: Vertrouwensbeginsel

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Medewerking weigeren aan bevel ademonderzoek, art. 163.2 WVW 1994. Beroep op niet-ontvankelijkheid OM. Heeft mondelinge mededeling van hoofdagent gerechtvaardigd vertrouwen gewekt bij verdachte dat hij niet zou worden vervolgd? HR herhaalt relevante overwegingen uit ECLI:NL:HR:2012:BX4280 en ECLI:NL:HR:2012:BW5002 m.b.t. opportuniteitsbeginsel, zeer beperkte ruimte voor inhoudelijke rechterlijke toetsing van vervolgingsbeslissing en uitzonderlijke gevallen waarin aan OM toe te rekenen uitlatingen bij verdachte gerechtvaardigd vertrouwen hebben gewekt dat hij niet (verder) zal worden vervolgd. Indien verweer wordt gevoerd dat aan toezegging van opsporingsambtenaar gerechtvaardigd vertrouwen kan worden ontleend dat vervolging achterwege zal blijven, moet rechter doen blijken te hebben onderzocht of sprake was van gestelde toezegging door opsporingsambtenaar dat geen vervolging zou worden ingesteld en zo ja, of verdachte op die toezegging mocht vertrouwen (vgl. ECLI:NL:HR:2015:513). Rechter mag onderzoek of sprake was van gestelde toezegging door opsporingsambtenaar achterwege laten, wanneer hij van oordeel is dat hetgeen over die toezegging is aangevoerd (ware het juist) niet hiervoor bedoelde gerechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt. Hof heeft verweer dat door hoofdagent tegen verdachte is gezegd dat deze niet zou worden vervolgd en dat daardoor bij verdachte gerechtvaardigd vertrouwen is gewekt dat hij niet zou worden vervolgd, verworpen. Hof heeft echter niet blijk gegeven van hiervoor bedoelde onderzoek of sprake is van gestelde toezegging door opsporingsambtenaar, nu het in de kern slechts zonder enige concretisering heeft verwezen naar procesdossier. Hof heeft ook niet overwogen dat (ware die stelling juist) die toezegging niet erechtvaardigd vertrouwen heeft gewekt. ‘s Hofs oordeel dat OM ontvankelijk is in vervolging, is daarom niet toereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak