Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2018:21 Hoge Raad 9 januari 2018

ECLI:NL:HR:2018:21

Datum: 09-01-2018

Onderwerp: Materieel-verweer

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

Voorzitter Hof heeft in zijn hoedanigheid van Rh-C (poortraadsheer) ex art. 411a.1 Sv enig onderzoek in de zaak verricht door getuigenverzoek toe te wijzen. Functiecumulatie van Rh-C en voorzitter Hof. Behandeling door onpartijdig gerecht en toepasselijkheid art. 268.2 Sv in h.b.? Art. 268.2 Sv verbiedt op straffe van nietigheid dat de rechter die als RC enig onderzoek in de zaak heeft verricht, deelneemt aan het onderzoek ttz. In ECLI:NL:HR:1997:ZD0798, NJ 1998/188 is geoordeeld dat bij niet-naleving van dit voorschrift sprake is van "een zodanig gebrek (...) in de samenstelling van het gerecht dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden door een onpartijdige rechterlijke instantie a.b.i. art. 6.1 EVRM". Gelet op de wetsgeschiedenis houdt HR het ervoor dat de wetgever niet heeft beoogd het verstrekkende verbod van art. 268.2 Sv toepasselijk te laten zijn op het rechtsgeding in h.b.. Het middel, dat is gebaseerd op de opvatting dat art. 268.2 Sv in h.b. van toepassing is, faalt derhalve. Opmerking verdient nog dat het deelnemen van een raadsheer, die als Rh-C in de zaak enig onderzoek heeft verricht, aan het onderzoek ttz. in h.b. onder bijzondere omstandigheden met zich kan brengen dat de behandeling van de zaak niet heeft plaatsgevonden door een onpartijdige rechterlijke instantie a.b.i. art. 6.1 EVRM. Het optreden van de Rh-C ex art. 411a Sv dat zich beperkt tot het voor aanvang van het onderzoek ttz. in h.b. nemen van de beslissing of een getuige wordt gehoord - welke beslissing in wezen niet verschilt van een zogeheten voorzittersbeslissing a.b.i. art. 412.1 jo. 258.2 Sv - brengt echter niet met zich dat vanwege het nadien deelnemen van die Rh-C als raadsheer aan het onderzoek ttz. in h.b. de behandeling van de zaak daardoor niet heeft plaatsgevonden door een onpartijdige rechterlijke instantie als hiervoor bedoeld. CAG: anders

Ga naar uitspraak