Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBMNE:2021:4771 Rechtbank Midden-Nederland 7 oktober 2021

ECLI:NL:RBMNE:2021:4771

Datum: 07-10-2021

Onderwerp: Voorbereiding misdrijf

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Extern

De rechtbank spreekt een man vrij die ervan werd verdacht dat hij ter voorbereiding van het misdrijf mensenhandel (in dit geval de seksuele uitbuiting van een minderjarige) digitale gegevensdragers en een kamer in zijn woning (bedoeld als werkplek voor prostitutie) voorhanden heeft gehad. De man heeft op de site ‘bullchat’ een gesprek gevoerd met een politieagent die zich voordeed als een 16 jarige jongen. In dat chatgesprek wordt gesproken over het ontvangen van klanten door de 16 jarige jongen bij verdachte thuis, waarbij verdachte 50% van de opbrengst zou krijgen. Verdachte ontkent dat dat daadwerkelijk zijn bedoeling was en stelt dat het gesprek voor de ‘fun’ was. Hij herhaalde dat bij de rechter-commissaris, maar zei toen ook “Een jonge gozer. Stel dat hij rond de 25 is, dan gaan we gewoon leuk doen. 50 procent voor een leuke avond. 50 procent voor hem en 50 voor mij. De klanten dat zijn geen mensen van buitenaf. Dat zijn gewoon vrienden van mij. Het is niet het geval met klanten van buitenaf.” Hoewel het chatgesprek en de verklaring van verdachte bij de rechter-commissaris suggereren dat verdachte tot doel had om een 16-jarige bij hem thuis te laten prostitueren, heeft de rechtbank te veel twijfels bij de bedoeling van verdachte bij het voeren van het chatgesprek. De afspraak om te gaan praten over het uitvoeren van sekswerk wordt niet concreet en verdachte reageert uiteindelijk niet meer in de chat en probeert ook niet later nog een afspraak te maken. Uit onderzoek naar de digitale gegevensdragers van verdachte komt ook nauwelijks informatie naar voren die het misdadige doel dat verdachte wordt verweten, onderschrijven. Ook bij de doorzoeking van de woning van verdachte, één dag na het bewuste chatgesprek, worden geen zaken aangetroffen die relevant zijn in het kader van deze verdenking. Dit alles tezamen maakt dat de rechtbank te veel twijfels heeft bij de vraag of verdachte daadwerkelijk van plan was om hetgeen waarover in de chat wordt gesproken door te zetten en uit te voeren. De rechtbank zal verdachte daarom, bij gebrek aan overtuiging dat zijn doel bij het voeren van het chatgesprek was om een minderjarige seksueel uit te buiten, vrijspreken van het ten laste gelegde.

Ga naar uitspraak