ECLI:NL:RBOBR:2019:4830
Datum: 19-08-2019
Onderwerp: Intrekking en wijziging
Rechtsgebiedenregister: Omgevingsrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Intrekking onherroepelijke natuurvergunning voor inrichting nabij Kampina.In 2013 is een natuurvergunning verleend voor het houden van 19.008 gespeende biggen nabij het Natura 2000 gebied ‘Kampina & Oisterwijkse Vennen’. Van deze vergunning is (nog) geen gebruik gemaakt. Milieuverenigingen hebben verzocht om intrekking van deze vergunning op basis van artikel 5.4 lid 1 en 2 van de Wet natuurbescherming. De rechtbank concludeert het volgende naar aanleiding van het beroep van de milieuverenigingen op artikel 5.4 lid 2 Wnb:De beoordeling van de gevolgen van de stikstofdepositie op het nabijgelegen Natura 2000 gebied in de natuurvergunning voldoet niet aan de eisen van artikel 6.3, derde lid, van de Habitatrichtlijn.Uitvoering van het project kan leiden tot significant negatieve gevolgen voor de instandhoudingsdoelstellingen van de Kampina. GS heeft niet aangegeven dat deze gevolgen kunnen worden opgevangen door andere passende maatregelen. Onder deze omstandigheden is de rechtbank van oordeel dat GS in het bestreden besluit met een individuele passende beoordeling had moeten aantonen dat uitvoering van het project toch mogelijk is. De PAS-gebiedsanalyse kan niet als passende beoordeling dienen. Verder staat voor de rechtbank onvoldoende vast dat de natuurvergunning is verleend op een verkeerde ammoniakreductiefactor. GS heeft de stikstofemissies van de inrichting bij vergunningverlening echter niet goed in kaart gebracht. De rechtbank vernietigt het besluit op het bezwaar van de milieuverenigingen en schorst de weigering om de vergunning in te trekken. Verder verbiedt de rechtbank het gebruik van de natuurvergunning totdat er een nieuw besluit is genomen op het bezwaar van de milieuverenigingen.