ECLI:NL:RBOVE:2022:3628
Datum: 23-11-2022
Onderwerp: Rangwijziging bij pandrechten, Is vordering van een bank uit geldlening overdraagbaar
Rechtsgebiedenregister: Financieel recht, Insolventierecht
Vindplaats: Avdr.nl
In deze zaak is de vraag aan de orde of ING aansprakelijk is tegenover de boedel in het faillissement van X Vastgoed B.V. . Volgens de curator heeft ING haar vordering op X uit hoofde van verstrekte financiering op ongeoorloofde wijze opgeëist en geïncasseerd. Tussen partijen staat onder meer ter discussie: of ING inbreuk heeft gemaakt op het verrekeningsverbod uit artikel 54 Fw; of sprake is van paulianeus handelen in de zin van artikel 42 Fw; of een geldig hypotheekrecht is gevestigd op het woonhuis van de indirecte bestuurder van X ; en of ING als pandhouder bevoegd was om een schikking te treffen met een schuldenaar van X . De rechtbank zal tot het oordeel komen dat ING niet tegenover de boedel aansprakelijk is. De vorderingen van de curator zullen worden afgewezen.