Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:RBROT:2023:3199 Rechtbank Rotterdam 21 april 2023

ECLI:NL:RBROT:2023:3199

Datum: 21-04-2023

Onderwerp: Corruptie

Overige onderwerpen: Varia rechtspraak financieel recht

Rechtsgebiedenregister: Financieel recht, Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl


Vonnis in de zaak Tyrus waarin - onder meer - twee Haagse wethouders werden vervolgd: De verdachte wordt vrijgesproken van alle verdenkingen. Die verdenkingen waren 1) lidmaatschap van een criminele organisatie, 2) en 3) passieve ambtelijke omkoping, 4) schending van het ambtsgeheim, 5) meineed en 6) mensensmokkel/tewerkstellen illegale vreemdeling. De rechtbank motiveert deze vrijspraken uitgebreid. De motivering van de vrijspraak van de belangrijkste eerste drie verdenkingen komt in het kort op het volgende neer.

De ondernemers in deze zaak hebben partijdonaties van (alles bij elkaar) €100.659,33 aan de politieke partij Hart voor Den Haag gedaan. Een eerste constatering in de zaak was dat deze partijdonaties op zichzelf géén gift zijn aan de ambtenaren, maar een gift aan de politieke partij. Via de partijdonaties is er misschien wel iets van niet-geldelijke waarde van de ondernemers doorgesijpeld naar de ambtenaren. Een goed gefinancierde verkiezingscampagne leidt wellicht tot meer bekendheid, status en trotse gevoelens. Deze doorgesijpelde waarde is niet te begroten, laat staan dat kan worden vastgesteld dat de waarde substantieel was. Met de beste wil van de wereld kan niet worden vastgesteld dat, en zo ja, in hoeverre, de positie van de ambtenaren één op één door de partijdonaties is verbeterd.

Uit de partijdonaties kan geen kwade bedoeling van de gevers worden afgeleid. Sterker nog: een partijdonatie wordt in principe juist gedaan met simpel gezegd een goede bedoeling.

Tegen deze achtergrond moest de achterkant van de tenlastegelegde ambtelijke omkopingen wel héél evident wijzen op een kwade bedoeling van de gever(s). Een uitgebreide bespreking van alle ten laste gelegde tegenprestaties heeft het beeld echter niet doen kantelen en van kwade bedoelingen van de ondernemers is dus geen sprake geweest.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rutger ten Ham

senior jurist De Nederlandse Bank

mr. Neyah van der Aa

advocaat en partner Van Doorne