ECLI:NL:HR:2014:773
Datum: 01-04-2014
Onderwerp: Roekeloosheid
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Extern
Artt. 6 en 175 WVW 1994. Roekeloosheid. HR herhaalt toepasselijke overwegingen uit ECLI:NL:HR:2013:960. In het licht van die overwegingen schiet de bewijsvoering van het Hof tekort. De door het Hof in het bijzonder in aanmerking genomen omstandigheden – kort gezegd, dat door verdachte die niet beschikte over een rijbewijs is gereden met een snelheid van ongeveer tweehonderd kilometer per uur en dat verdachte met hoge snelheid een afrit is opgereden en daar over de vluchtstrook een voor hem rijdende auto rechts heeft ingehaald – zouden toereikend kunnen zijn voor het oordeel dat verdachte, zoals eveneens is tenlastegelegd, “zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend” heeft gereden, maar zij zijn niet zonder meer toereikend voor het oordeel van het Hof dat verdachte “roekeloos” in de zin van art. 6 jo. art. 175 WVW 1994 heeft gereden.