ECLI:NL:HR:2007:AZ5500
Datum: 13-02-2007
Onderwerp: Uitlokking
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Antilliaanse zaak. 1. ‘Trachten te bewegen’ a.b.i. art. 11a Opiumlandsverordening 1960. De opvatting dat voor bewezenverklaring van ‘trachten te bewegen’ a.b.i. art. 11a Opiumlandsverordening 1960 – in dit opzicht gelijkluidend aan art. 10a.1.1° Opiumwet – is vereist dat bij de persoon die de dader tracht te bewegen de gedachte aan het beoogde misdrijf niet is opgekomen voordat de dader hem tot dat misdrijf trachtte te brengen, is onjuist. Een vooraf bij die persoon opgekomen gedachte aan het beoogde misdrijf of een vooraf aanwezige geneigdheid of bereidheid bij die persoon om een dergelijk misdrijf te begaan, sluit niet uit dat de dader zodanige invloed heeft uitgeoefend op die persoon om het beoogde misdrijf te plegen, mede te plegen, te doen plegen, uit te lokken dan wel om daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, dat hij deze persoon daartoe heeft getracht te bewegen idzv genoemd artikel. 2. HR verbetert kwalificatie ambtshalve cfm conclusie AG.