Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2019:1582 Hoge Raad 15 oktober 2019

ECLI:NL:HR:2019:1582

Datum: 15-10-2019

Onderwerp: Opzetwitwassen (art . 420 bis Sr)

Overige onderwerpen: Witwassen

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Medeplegen witwassen van grote geldbedragen, art. 420bis.1.a en 420bis.1.b Sr. Vervolg op ECLI:NL:HR:2015:771. 1. Samenstelling Hof. Arrest gewezen door andere raadsheren dan aanwezig waren bij onderzoek ttz. in h.b.? 2. Wetenschap verdachte dat geldbedragen - middellijk of onmiddellijk- afkomstig waren uit enig misdrijf?
Ad 1. O.g.v. door AG ingewonnen inlichtingen moet het ervoor worden gehouden dat p-v van tz. in h.b. t.a.v. samenstelling van Hof een misslag bevat. HR leest p-v met verbetering van die misslag.
Ad 2. Aan door Hof in aanmerking genomen f&o, waaronder door verdachte voor gebruikte constructie via zijn bankrekening opgegeven reden dat het om een scheiding van een echtpaar ging en dat hij zich wel kon voorstellen dat een van de twee geld wilde verbergen, kan niet z.m. door Hof voor het vereiste opzet doorslaggevend geachte gevolgtrekking worden verbonden dat verdachte “klaarblijkelijk bewust geen (nadere) vragen heeft gesteld”. Dat brengt met zich dat oordeel dat verdachte wist - waaronder begrepen dat hij bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard - dat in bewezenverklaring genoemde geldbedragen onmiddellijk of middellijk afkomstig waren uit enig misdrijf, niet toereikend is gemotiveerd.
Volgt vernietiging en terugwijzing.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)