Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2023:493 Hoge Raad 4 april 2023

ECLI:NL:HR:2023:493

Datum: 04-04-2023

Onderwerp: Causaliteit bij door gevolg gekwalificeerde delicten

Overige onderwerpen: Causaal verband

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Medeplegen wederrechtelijke vrijheidsberoving waarbij slachtoffer is overleden (art. 282.3 Sr). Causaal verband tussen gedragingen verdachte en dood slachtoffer? HR herhaalt relevante overwegingen uit HR:2012:BT6362 m.b.t. het redelijkerwijs toerekenen van een gevolg aan verdachte. Hof heeft o.m. het volgende vastgesteld. Verdachte en zijn mededaders hebben slachtoffer van zijn vrijheid beroofd gehouden, nadat slachtoffer die dag al enige tijd door ander van zijn vrijheid beroofd was gehouden en was mishandeld. Verdachte was woedend en wilde geld hebben van slachtoffer, maar slachtoffer kon niet aan geld komen. Op enig moment is slachtoffer hardhandig in auto gezet en zijn verdachte en zijn mededaders met slachtoffer weggereden. Niemand in auto wilde aan slachtoffer vertellen waar ze naartoe gingen. Nadat slachtoffer was meegenomen werd hij verschillende keren mishandeld door verdachte en zijn mededaders. Ook werd een vuurwapen aan hem getoond. Nadat slachtoffer al bijna twee uur door verdachte en zijn mededaders van zijn vrijheid beroofd was gehouden, arriveerden zij in het donker bij stille plek, te weten een strandje in Almere, waar nogmaals een vuurwapen aan slachtoffer werd getoond. Verdachte wees vervolgens met vuurwapen op slachtoffer en zei tegen hem dat hij “geen geintjes moest uithalen”. Slachtoffer is toen ijskoude water in gevlucht, waarna verdachte met zijn mededaders slachtoffer is gaan zoeken omdat verdachte wilde dat slachtoffer terug zou komen en weer naast hem zou staan. Verdachte en zijn mededaders hebben slachtoffer niet gevonden. Slachtoffer is, nadat hij het water was in gevlucht, verdronken.
Hof heeft geoordeeld dat overlijden slachtoffer redelijkerwijs a.g.v. wederrechtelijke vrijheidsberoving (mede) aan verdachte kan worden toegerekend. Hof heeft aan oordeel o.m. ten grondslag gelegd dat slachtoffer a.g.v. gedragingen van verdachte en zijn mededaders in een “uitermate bedreigende en op dat moment voor hem ook uitzichtloze situatie” verkeerde en slachtoffer tegen die achtergrond kennelijk geen andere uitweg zag dan het ondernemen van risicovolle vluchtpoging door water in te gaan, wat hem fataal is geworden. Dat mede op die omstandigheden gebaseerde oordeel van hof geeft niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Volgt verwerping. Samenhang met 21/04245.

Ga naar uitspraak
Spreker(s)

mr. Rob ter Haar

plaatsvervangend rechter Rechtbank Overijssel docent Universiteit Utrecht