ECLI:NL:HR:2014:3094
Datum: 04-11-2014
Onderwerp: De gedetineerde verdachte
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Betekeningsperikelen en aanwezigheidsrecht i.g.v. elektronisch toezicht. Uitreiking in persoon van gerechtelijke mededelingen is niet vereist bij verdachte die deelneemt aan penitentiair programma en in dat verband onder elektronisch toezicht is gesteld. Een deelnemer aan een penitentiair programma is immers niet zijn vrijheid ontnomen in de betekenis die deze woorden in art. 588.1 aanhef en onder a Sv hebben. Indien de dagvaarding niet in persoon of aan een schriftelijk gemachtigde is uitgereikt, ligt (wel) het verzenden van een afschrift van de dagvaarding aan het verblijfadres van verdachte in de rede. Ingevolge art. 7.3 aanhef en onder e Penitentiaire maatregel wordt bij de beslissing om een gedetineerde in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan een penitentiair programma betrokken of hij over een aanvaardbaar verblijfadres beschikt. Aangenomen moet derhalve worden dat verdachte over een verblijfadres beschikt dat bij de overheid bekend is. I.c. blijkt niet dat dit is geschied, noch dat het Hof heeft onderzocht of er reden was het onderzoek t.tz. te schorsen. Dat verzuim leidt tot nietigheid.