Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 12 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Hoge Raad 5 maart 2024 Bekijk alles
ECLI:NL:HR:2023:629 Hoge Raad 18 april 2023

ECLI:NL:HR:2023:629

Datum: 18-04-2023

Onderwerp: Bewijs

Overige onderwerpen: Meer recente voorbeelden werking UOS

Rechtsgebiedenregister: Strafrecht

Vindplaats: Avdr.nl



Belaging van ex-vriendin door e-mailberichten, WhatsAppberichten en brieven naar haar te sturen en langs haar woning te lopen en te rijden, art. 285b.1 Sr. Vrijspraak in e.a. 1. Bewijsklacht. Was hof ex art. 359.2 Sv gehouden te beslissen op uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat geen sprake was van belaging, nu betrokkenen “wederzijds contact” hadden? 2. Onttrekking aan het verkeer van fotocamera.
Ad 1. HR: Om redenen vermeld in CAG faalt middel. CAG: Verweer kan bezwaarlijk worden beschouwd als uos waarin aannemelijk wordt gemaakt dat verdachte in bewezenverklaarde periode geen inbreuk heeft gemaakt op persoonlijke levenssfeer van aangever, omdat ook toen nog sprake was van wederzijds contact. Verdediging heeft ttz. immers niet nadrukkelijk gesteld dat aangever ook in bewezenverklaarde periode nog contact heeft gezocht met verdachte. Hof was derhalve niet gehouden op dit verweer te beslissen a.b.i. art. 359.2 (tweede volzin) Sv. Overigens kan in ’s hofs overwegingen wel degelijk als zijn oordeel worden ingelezen dat in bewezenverklaarde periode geen sprake meer was van wederzijds contact en verdachte mede hierom in die periode wel inbreuk heeft gemaakt op persoonlijke levenssfeer van aangeefster. Dat oordeel is gelet op ‘s hofs vaststellingen niet onbegrijpelijk.
Ad 2. ’s Hofs oordeel dat aan het verkeer onttrokken verklaarde fotocamera van zodanige aard is dat ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met algemeen belang, is niet zonder meer begrijpelijk.
Volgt (partiële) vernietiging t.a.v. beslissing tot onttrekking aan het verkeer van inbeslaggenomen fotocamera (zonder terugwijzing).

Ga naar uitspraak
Spreker(s)