ECLI:NL:HR:2016:680
Datum: 19-04-2016
Onderwerp: Bewustheid WWM
Rechtsgebiedenregister: Strafrecht
Vindplaats: Avdr.nl
Slagende bewijsklacht voorhanden hebben van een vuurwapen en patronen. Voor een veroordeling ter zake van het voorhanden hebben van een wapen of munitie in de zin van art. 26 WWM is vereist dat sprake is geweest van een meer of mindere mate van bewustheid bij de verdachte omtrent de aanwezigheid van dat wapen of die munitie (vgl. HR 26 januari 1999, ECLI:NL:HR:1999:ZD1169, NJ 1999/537). Gelet hierop en in het licht van hetgeen door en namens de verdachte is aangevoerd (verdachte wist niet dat zich in de jas die de medeverdachte achter de bestuurdersstoel legde een vuurwapen en patronen bevonden) is het oordeel van het Hof, dat de verdachte de in de bewezenverklaringen omschreven voorwerpen voorhanden heeft gehad en zich derhalve in meerdere of mindere mate bewust is geweest van de aanwezigheid van het wapen en de munitie, zonder nadere motivering, die ontbreekt, niet begrijpelijk. CAG: anders.